Regels rondom verwijsbrieven
Wij verwijzen u niet achteraf.
Het komt helaas met enige regelmaat voor dat patiënten voor niet-spoedeisende zaken uit eigen beweging een afspraak met een specialist in het ziekenhuis maken en achteraf een verwijzing aan de huisarts vragen. De huisarts is dan niet gemachtigd om alsnog een verwijzing te schrijven. Zou de huisarts dat wel doen dan kan er sprake zijn van een strafbaar feit.
De huisarts heeft de wettelijke taak om poortwachter te zijn voor zorg in het ziekenhuis. Dat wil zeggen dat de huisarts in overleg met de patiënt alleen naar de specialist verwijst als daarvoor een indicatie is.
De zorg in Nederland is in twee opzichten een kostbaar goed: waardevol maar ook duur. Om deze zorg nog lang beschikbaar te kunnen houden heeft de huisarts als taak om huisartsenzorg te leveren waar het kan en naar dure specialistenzorg te verwijzen als het moet. Alleen specialistenzorg op verwijzing van de huisarts wordt door de verzekeraar vergoed, m.u.v. spoedeisende hulp.
Specialisten mogen geen zorg leveren of declareren bij de verzekeraar als er geen verwijzing van de huisarts is. Doen zij dat toch, dan is dat voor hun eigen rekening of voor die van de patiënt. In het Spaarne Gasthuis worden alle kosten op de patiënt verhaald.
Omdat niet iedereen van deze regeling op de hoogte is en om teleurstelling te voorkomen, willen wij al onze patiënten er helder van op de hoogte stellen dat de huisartsen geen verwijzingen achteraf zullen schrijven.
In detail zijn de regels als volgt:
Wanneer heeft een patiënt een (nieuwe) verwijsbrief nodig?
- Een patiënt die voor het eerst met een nieuwe zorgvraag bij een specialist komt, heeft altijd een verwijsbrief nodig. De verwijsbrief is alleen geldig voor de vraagstelling die de huisarts hierin heeft geformuleerd.
- Zolang een patiënt onder behandeling is van de specialist, is er geen verwijsbrief nodig voor vervolgafspraken. Ook niet wanneer de specialist de patiënt pas na meer dan 1 jaar terug wil zien op de polikliniek. In dit geval wordt de specialist als verwijzer gezien.
- Na afsluiting van de behandeling draagt de specialist de patiënt weer aan de huisarts over. De huisarts krijgt hiervan bericht. Wanneer de huisarts de patiënt opnieuw, voor dezelfde zorgvraag, naar de specialist verwijst, is een nieuwe verwijsbrief nodig. Echter, indien de verwijzing binnen een jaar na afgifte van de eerste verwijsbrief plaatsvindt, is geen verwijsbrief nodig. Voor de specialist is het wel van belang te weten waarom de patiënt opnieuw verwezen wordt. Daarom wordt een verwijsbrief wel gewaardeerd.
- Een nieuwe patiënt die zich op de poli meldt zonder verwijsbrief dient binnen 72 uur alsnog een verwijsbrief te overhandigen waarbij de datum op de verwijsbrief niet na de datum van het eerste contact/consult bij de specialist mag zijn (Lees: antedateren is niet toegestaan). Als de verwijsbrief binnen deze termijn niet wordt overhandigd, worden de kosten van het polibezoek en bijbehorende diagnostiek in rekening gebracht aan de patiënt. Deze regeling wordt door de polikliniek assistente van het ziekenhuis aan de patiënt uitgelegd bij het maken van de afspraak en zo nodig nogmaals indien de patiënt zich zonder verwijsbrief op de poli meldt.
Zijn er meerdere verwijsbrieven en meerdere afspraken nodig in geval van twee of meer vraagstellingen door de huisarts aan één specialist?
In principe mag een verwijsbrief meerdere vraagstellingen bevatten. Het is echter van belang dat de patiënt bij het maken van de afspraak aangeeft dat er voor meerdere vragen een afspraak wordt gemaakt. De polikliniek assistente kan dan extra tijd reserveren op het spreekuur van de specialist. Hiermee worden lange wachttijden voorkomen. Dit is niet anders dan in de huisartsenpraktijk waar een patiënt ook slechts een beperkt aantal vragen per consult kan stellen.
Hoe lang is een verwijsbrief geldig?
Een verwijsbrief is 1 jaar geldig voor de betreffende zorgvraag. De geldigheid van 1 jaar is de tijd tussen de verwijzing (datum op verwijsbrief) en het 1e consult van de patiënt bij de specialist.
Medische verklaring en keuringen
In de praktijk worden geen medische verklaringen gegeven en geen (rijbewijs)keuringen gedaan.
Medische informatie over medicatie ivm reizen vallen hier niet onder.
Het is een behandelend arts volgens de KNMG-regels inzake het omgaan met medische gegevens verboden om voor zijn of haar eigen patiënten een zogenaamde ‘geneeskundige verklaring’ af te geven. Voorbeelden hiervan zijn verklaringen, waarin een arts aangeeft of een patiënt wel of niet in staat is auto te rijden, te werken, een rechtszitting bij te wonen of in aanmerking komt voor een invalidenparkeervergunning. Een geneeskundige verklaring is dus een verklaring waarin een arts op verzoek van de patiënt of een derde een waardeoordeel geeft over een belang dat is gelegen buiten de medische behandeling of begeleiding van die patiënt.
Het geven van een waardeoordeel, dat een ander doel dient dan behandeling of begeleiding, moet objectief en deskundig gebeuren. Dat kan het best door een onafhankelijke arts met deskundigheid op het specifieke medische terrein. Een behandelend arts wordt niet geacht objectief te zijn ten opzichte van zijn patiënt. Daarnaast beschikt een behandelend arts vaak niet over de specifieke deskundigheid die nodig is voor het geven van een waardeoordeel. Ook is de arts veelal niet op de hoogte van de medische criteria waaraan de instantie die de verklaring nodig heeft, toetst.
Een behandelend arts wordt geacht niet voldoende objectief te zijn, gezien de vertrouwensrelatie met de patiënt. Ook wordt met de regel voorkomen dat de vertrouwensrelatie, die in de behandelrelatie tussen arts en patiënt zo belangrijk is, in gevaar komt, als de arts tot een voor de patiënt onwelgevallig oordeel komt.
De KNMG heeft een zogenoemd weigeringsbriefje opgesteld, dit als toelichting bij de weigering een geneeskundige verklaring af te geven. Dit ‘weigeringsbriefje‘ is beschikbaar in vier talen, Nederlands, Engels, Turks en Marokkaans.
Zie voor meer informatie KNMG – geneeskundige verklaring
Een behandelend arts mag met toestemming van de patiënt wel feitelijke medische informatie verstrekken. Feitelijke medische informatie, is informatie die de facto ook in het dossier van de patiënt vermeld staat. Bijvoorbeeld dat bij een patiënt een bepaalde diagnose is gesteld of dat de arts aan de patiënt bepaalde medicatie heeft voorgeschreven.
Medicatie op reis
Bij gebruik van medicatie vallend onder de Opiumwet vereist het Schengenverdrag dat deze patiënten op reis binnen het Schengengebied een ‘verklaring’ bij zich dragen waaruit blijkt dat een arts hen het gebruik van die medicijnen heeft voorgeschreven. Meer informatie is te vinden op de website van het CAK. Dat geldt voor onder andere sterke pijnstillers, medicinale cannabis en ook voor Ritalin. De verklaring voorkomt dat patiënten op reis (juridische) problemen krijgt, als bij hen deze middelen vallend onder de opiumwetgeving worden aangetroffen. De verklaring wordt ondertekend door de voorschrijvend arts en gewaarmerkt door het CAK. Hij is dertig dagen geldig.
Bron: https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/geneeskundige-verklaring.htm